zondag 30 januari 2011

Open school

Gisteren heeft mijn school het hoogtepunt van de wervingsactiviteiten bereikt: het was wat andere scholen een Open Dag noemen, maar omdat er in een hele vroege fase van de ontwikkeling van het Gymnasium Novum een taalpurist in de commissie zat, heet het bij ons Open School, 'want een dag kan niet open zijn'. We hebben de afgelopen twee weken regelmatig mails gekregen van de directie, waarin ons wordt verteld dat we bijtijds kleurenkopieën moeten aanvragen (inderdaad, zelf maken mag niet bij ons) en onze lokalen moeten schoonmaken, verzocht presentaties en proeflessen te geven, en opgedragen enthousiaste ambassadeurs voor de school te zijn. Eigenlijk viel dat laatste me, in tegenstelling tot hoe ik me de afgelopen maanden gevoeld heb over school, veel minder zwaar dan ik van tevoren dacht. Ik heb een tweetal presentaties mogen houden en als ik kijk naar de overtuiging die zich van mij meester maakte toen ik stond te vertellen wat een goede school het Novum is, dan is de liefde die ik aanvankelijk voelde en waaraan ik al een tijdje twijfel misschien toch nog niet voorbij.
De wervingsactiviteiten waren overigens al veel langer bezig: in oktober al is het Novum-promotieteam uitgewaaierd over de regio om proeflesjes te geven op basisscholen. Ook ik bevond me in de eervolle positie om een tweetal groepen 8 te bezoeken, allebei in Nootdorp, en alle leerlingen (dus ook de kinderen die nooit op een gymnasium terecht zullen komen) een demonstratie te geven van een les Latijn en te vertellen over onze school. De officiële opening van het nieuwe gebouw door Alexander Pechtold eind november was een belangrijk publiciteitsmoment (en goede publiciteit levert leerlingen op), waarbij de enorme Novum-fallus die met veel moeite kon worden opgericht voor een extra beetje hilariteit zorgde. Een week geleden was het Voorlichtingsavond (in de volksmond inderdaad Open Avond), waarop de rector, brugklascoördinator en een ander directielid een afgeladen aula vertelden over de school, waarna ouders van eventuele toekomstige leerlingen naar klaslokalen gingen om aan docenten, ouders en leerlingen kritische vragen te stellen. Ik had een leuk panel samengesteld, met een drietal leerlingen uit 5V, die, zoals voor hen gebruikelijk, altijd vol overtuiging en soms iets te eerlijk antwoord gaven op alles wat men zoal wilde weten.
We hebben ons gisteren weer allemaal enthousiast gepresenteerd, en wat belangrijk is, ook precies zoals we zijn. In bijna alle lokalen waren demonstraties van vakken (zowel de traditionele als de bijzondere Novumvakken), de debatclub liet zien wat hij kon, ons goede doel (Alpe d'Huzes) heeft aan fondsenwerving gedaan, er was een hoekje ingericht voor het documentaire-project, de Novum-fallus maakte een halfzachte comeback en er werden optredens verzorgd door onze muzikale leerlingen. Het mooie is dat we hebben laten zien wat goed is aan onze school en daarin volledig oprecht zijn geweest; voor dingen waar we minder tevreden over zijn is op dagen als deze geen ruimte, maar dat hoeft misschien ook niet. We hebben dit jaar plaats voor in totaal 143 bruggers. Ik ben heel benieuwd of we ons enthousiasme hebben weten over te dragen; ik heb in de poule ingezet op 131 aanmeldingen, maar ik als ik ongelijk zou krijgen en we halen de target, zou ik dat voor een keer best leuk vinden.

zaterdag 29 januari 2011

Alleen maar niet eenzaam

Men beschuldigt mij er regelmatig van dat ik niet alleen kan zijn. In zekere zin klopt dat ook: ik ben bijvoorbeeld sinds mijn zestiende serieel monogaam (met hier en daar een kleine overlap, maar dat terzijde) en als Michel een avond weg is, zorg ik er meestal voor dat ik iemand heb om mee te eten of naar de film te gaan. Daar staat dan wel weer tegenover dat ik regelmatig de late middag en de vroege avond (tot de man thuis is, zeg maar) in mijn eentje doorbreng, en als ik op een meerdaagse excursie ben is er altijd een moment dat ik mezelf even met een boek op het toilet opsluit, om maar even geen aanspraak te hebben. Kennelijk kan ik best alleen zijn, maar dan eigenlijk alleen maar als ik het wil en als het eindig is.
Gisteren was ik de hele dag en avond alleen. Michel was 's ochtends vroeg al vertrokken naar een studiedag in Nijmegen, wat als extra kwalijk gevolg had dat zo goed als al mijn Leidse vrienden (want collega's van Michel en ex-collega's van mij) er ook niet waren. Bovendien leek verder iedereen die ik überhaupt ken een afspraak te hebben, zodat ik echt op mijzelf aangewezen was. In een ultieme poging van een nadeel een voordeel te maken, heb ik er een thema-dag van gemaakt: ik ging alleen leuke dingen doen. Na een flinke portie uitslapen en de rest van de ochtend met een verzameling boeken, katten, kopjes thee en mijn laptop in bed te hebben gelegen, heb ik de hele middag in mijn pyjama dvd's zitten kijken - gewoon de standaard-dingen die je doet als niemand op je let dus. Maar voor de avond had ik een echt programma: ik had besloten dat deze avond de ideale gelegenheid was om in het kader van het 101 dingen-lijstje alleen uit eten te gaan.
Voor deze activiteit was de selectie van het restaurant essentieel. Ik wilde namelijk niet zomaar kansloos in mijn eentje in een eetcafé een dagschotel naar binnen schuiven, ik wilde een mooi menu, inclusief wijnarrangement, in een feestelijke setting. Mijn reserveringsaanvraag bij de brasserie van het Leidse restaurant Woods werd beantwoord met een mail waaruit bleek dat ze daar niet al te veel ervaring hebben met het eenmanstafeltje: de tafel was gereserveerd voor '1 personen'. Ik ben in tijden niet meer zo zenuwachtig geweest voor een afspraak; ik weet helemaal niet wat de etiquette is voor een date met jezelf - wat moet je aan bijvoorbeeld? Waarom zou je je helemaal optutten voor niemand? Ik heb er uiteindelijk toch maar behoorlijk wat werk van gemaakt - een restaurant is een restaurant tenslotte. Ik werd onthaald door een ontzettend aardige ober, die met me meedacht over het tafeltje waar ik zou gaan zitten (hij adviseerde uitzicht over het restaurant, en ik wilde niet sneu in een hoekje zitten, dus ik kreeg een mooie centrale positie), aan me vroeg of ik het couvert tegenover me wilde behouden of of het weg kon (weg natuurlijk, anders lijkt het toch of je partner niet is komen opdagen) en een mooi glas prosecco voor me inschonk. 'Het moeilijkste moment heb je nu gehad', zei hij nog, 'want dat is in je eentje gaan zitten', en dat was ook zo: ik heb toen ik eenmaal zat een hele leuke avond gehad, met heerlijk eten (gevogeltecrème met avocado en vanille op brioche, paddenstoelensoep met truffel, staartstuk met monniksbaard en tot slot drie kaasjes) en lekkere wijn. Bovendien zou ik zweren dat het aan de tafel achter me, waar een verveeld stel zat, aanzienlijk minder gezellig was dan bij mij. Woody Allen zei in 1977 al 'Don't knock masturbation, it's sex with someone I love' - het zou goed kunnen dat je soms ook gewoon je eigen allerbeste tafeldame bent.

zondag 23 januari 2011

Moderniteiten

Lang geleden, in een heel jong stadium van het mobiele telefoon-tijdperk, vroeg Michel wel eens aan mensen die de hele tijd met hun handy in de hand stonden wat ze vroeger deden als er iets mis dreigde te gaan met een afspraak of als ze even een vraag hadden aan een vriend. Meestal kreeg hij hierop als antwoord dat dat soort problemen zichzelf doorgaans oplosten: als je te laat kwam, dan merkte degene met wie je het afgesproken het vanzelf wel, en een vraag aan een vriend is zelden zo urgent dat hij niet even kan wachten. Michel heeft ook nog steeds geen mobiele telefoon - hij gelooft er niet in. Ik daarentegen ben volledig vergroeid met mijn iPhone, en zou zo onderhand liever een onbelangrijk ledemaat inleveren dan mijn handige alles-(en-dan-ook-echt-alles)-in-een-tool kwijtraken.
Ik ben voor mijn dagelijks functioneren sowieso nogal afhankelijk van moderniteiten. Tijdens het verblijf in het sneeuwchalet was ik 5 dagen internetloos, en hoewel ik dat niet actief als een gemis heb ervaren, vooral omdat ik wist dat een tijdelijk ongenoegen was, vond ik het maar wat heerlijk toen een reisgenoot ontdekte dat er gratis Wifi was in het restaurant van het terrein. Wat me de laatste tijd ook opvalt is dat ik dolgraag door de stad loop (en dan maakt het me niet eens heel veel uit welke stad) en dan allerlei winkels bezoek, maar dat ik daadwerkelijke aanschaffen toch het liefst online doe. Zo heb ik deze week in een bui van extreme frustratie met de baas in precies 3 minuten een paar schitterende laarzen gekocht zonder daarvoor de docentenkamer te hoeven verlaten. En zelfs als ik niet uit nijd aan het winkelen ben, kan ik online altijd prima krijgen wat ik wil - ik ben er onlangs nog in geslaagd om een rokje dat ik heel graag wilde te kopen met 70% korting door maar lang genoeg te wachten tot het op my-wardrobe.com voldoende afgeprijsd raakte. En toen het in een sjieke tas in de op de website aangekondigde 'discreet cardboard box' werd afgeleverd (alsof de luidruchtigheid van de verpakking is wat je doorgaans thuis moet verklaren - het probleem is eerder dat er weer een pakket wordt bezorgd, niet hoe het pakket eruit ziet), bleek het prima te passen en kon ik op het 101 dingen-lijstje 'een kledingstuk van Alexander McQueen kopen' afvinken.
Althans, dat kon ik in theorie. Want de website van het dayzeroproject, waar mijn 101 dingen-lijstje woont, is al weken uit de lucht. Ik heb onlangs 3 films gekeken: The Green Hornet (hele leuke trailer, ik had er ontzettend veel zin in, want ik houd erg van superheldenfilms, maar het was van begin tot eind afschuwelijk slecht geschreven, geacteerd en uitgevoerd), Vicky Cristina Barcelona (weer een Woody Allen-film, best aardig) en Volver (mijn eerste Almodóvar, ik vond het schitterend). Inderdaad, twee keer een V, iets dat ik misschien had kunnen voorkomen als ik mijn online lijstje had kunnen bijwerken. Want ik had namelijk zoveel vertrouwen in de digitale snelweg dat ik totaal vergeten was er een back up-ventweggetje langs te leggen, zodat ik nu mijn lijst bijhoud in een onvolledig Excel-bestand. Misschien moet ik toch eens overwegen niet meer zoveel vertrouwen te hebben in al die moderne nieuwlichterij en gewoon weer eens iets ouderwets op papier te zetten...

woensdag 19 januari 2011

Intertextualiteiten

Ondanks het schijnbaar chaotische leven dat ik lijk te leiden, heb ik de neiging om extreem strakke regels aan mezelf op te leggen. Ik moet bijvoorbeeld altijd shampoo en conditioner van hetzelfde merk gebruiken, en gooi als een fles van het een op is alles wat eventueel is overgebleven van het ander weg - een tamelijk dure afwijking dus. Een ander principe waarmee ik mezelf soms in de weg zit, is de regel dat ik pas een film mag zien als ik het boek gelezen heb. In het geval van The Road heeft me dat in plaats van 2 uur uitzichtloze somberheid in de bioscoop een heel weekend post-apocalyptische depressie opgeleverd (gevolgd door 2 uur uitzichtloze somberheid in de bioscoop); soms leidt het ertoe dat ik een film die ik graag wil zien, niet of aanzienlijk veel later dan andere mensen te zien krijg. The English Patient (het boek) vond ik niet om doorheen te komen, zodat ik The English Patient (de film) in mijn eentje heb moeten kijken, omdat iedereen die ik kende al geweest was, terwijl ik nog zat te ploeteren op het proza.
In het geval van The Hours liep ik ongeveer 8 jaar achter de fanfare aan, omdat deze film een extra complicatie met zich meebracht: het is de verfilming van een boek, en dat boek kan je weer niet ten volle waarderen als je het boek dat erachter ligt niet gelezen hebt. Daarom moest ik eerst Mrs. Dalloway (Virginia Woolf) lezen, dan The Hours (Michael Cunningham) en dan pas mocht ik van mezelf de film zien. Door de twee boeken op het 'to read'-plankje te zetten heb ik mezelf kunnen dwingen om aan daadwerkelijk lezen toe te komen.
Nou is lezen een van mijn allergrootste hobby's, maar bij het lezen van Mrs. Dalloway bekroop mij voor het eerst in langer dan ik wil weten het gevoel dat ik op de middelbare school zat en voor mijn lijst bezig was. Ik heb inmiddels vernomen dat het een belangrijk boek is voor de narratologie, en begrijp ook wel waarom: de combinatie van stream of consciousness met wisselende perspectieven is inderdaad in theorie heel erg interessant, maar ik kwam toch niet verder dan een milde academische betrokkenheid bij Mrs. Dalloway, haar vrienden, vage kennissen en de depressieve man die zelfmoord pleegt.
In het geval van The Hours was dat anders; ik vond het een prachtig boek, dat inderdaad zwaar op Mrs. Dalloway leunt, maar op een fascinerende wijze de inhoud van de roman en het leven van de schrijfster weet te vervlechten met twee andere verhalen. Afwisselend kijken we mee met de vrouw die Mrs. Dalloway schrijft (Virginia Woolf dus), een vrouw die Mrs. Dalloway leest (een depressieve huisvrouw in de jaren '50), en een vrouw die in sommige opzichten Mrs. Dalloway is (een vrouw in New York in de jaren '90). Bij romans die zo intertextueel zijn als deze ben ik doorgaans geneigd om te denken 'schrijf dan je eigen boek', maar dat heeft Michael Cunningham ook wel eens gedaan; ik heb van hem Specimen Days gelezen, en dat vond ik veel minder mooi. Ik vind een cover zelden beter dan het origineel, maar doordat ik The Hours heb gelezen waardeer ik Mrs. Dalloway ook meer, en dat is toch best een prestatie.
De film vond ik zelfs nog beter dan het boek. Ik houd erg van films die de mogelijkheden die film biedt optimaal uitbuiten, en dat gebeurt in The Hours zeker. Door snel en constant heen en weer te zappen tussen de drie vrouwen en hun verhalen, zie je als kijker veel parallellen, zodat je de samenhang goed in beeld krijgt. Tot mijn gêne moet ik wel bekennen dat ik de film nodig had om door te krijgen dat de stervende vriend van de mevrouw in New York het zoontje van de desperate housewife was; ik vind het eigenlijk een beetje jammer, want toen het drie losse, maar op essentiële details samenhangende verhalen waren, kon ik mijn eigen verbanden nog leggen. Nu wordt mij een soort boodschap opgedrongen, denk ik, maar ik kan geen andere boodschap uit de film destilleren dan dat je, als je je zoontje een middag alleen laat om in een hotelkamer een boek te lezen (en geen zelfmoord te plegen), er de aanleiding voor zal zijn dat hij jaren later, als AIDS-patiënt, in een ochtendjas in dezelfde stof als de kussensloop in zijn kinderkamer uit het raam springt - niet direct praktisch toepasbaar in het dagelijks leven, maar ik zal er rekening mee houden. In elk geval ben ik blij dat ik nu eindelijk heb verdiend dat ik van mezelf de film mocht kijken, en de weg daarheen was achteraf ook niet zo'n hele zware.


zondag 16 januari 2011

Opgeruimd staat netjes

In het kader van goed voornemen nummer 5 (minder troep maken) ben ik begonnen met het aanpakken van de rotzooihaarden in ons huis. Ik heb een heel eigen manier van chaos genereren. Ik bouw namelijk nestjes, en dat doe ik thuis, op school en eigenlijk overal waar ik langer dan 24 uur ben; ik zoek een plek waar ik graag zit, haal dingen die daar niet horen maar die ik om me heen wil hebben (romans, kookboeken, leuke kaarten, tubes handcrème) naar die plek, en laat ze daar vervolgens liggen. Als het dan een behoorlijk zootje begint te worden, dump ik daar ook spullen die ik niet per se om me heen wil hebben (post, belangrijke papieren, oude kranten) omdat er inmiddels toch geen redden meer aan is. Een hoekje van het huis dat de fase 'het heeft toch geen zin om op te ruimen, er ligt te veel' heeft bereikt, kan makkelijk maanden in die staat verkeren; ik schuif de spullen opzij als ik er wil zitten, en poezen plooien zich overal omheen als ze ergens willen slapen.
Een mooi voorbeeld van een dergelijke haard is het hoekje van de bank waar ik meestal zit. Tussen de leuning en de muur is een ruimte waar ik (een aantal van) mijn tassen bewaar, op de leuning leg ik alles waar ik even mee bezig ben, en tegen de muur staat een laag tafeltje waarop allerlei frutsels liggen. Bovendien bevinden zich ergens in die omgeving ook altijd mijn breitas, mijn schooltas en de tas die ik op dat moment gebruik, en gebruik ik het tijdschriftendeel van de glazen tafel om diverse papieren te parkeren. Dit soort zooi maakt een woonkamer natuurlijk niet heel aantrekkelijk, dus ik heb gisteren anderhalf uur van mijn leven geïnvesteerd om de boel daar weer in goede banen te leiden.
Opruimen doe ik op een vaste manier. Als ik de plek heb gevonden die ik wil rationaliseren begint de deconstructie-fase: ik verspreid alles wat daar ligt over de vloer en ga het dan sorteren in stapeltjes ('hoort hier niet', 'hoort hier wel', 'oud papier', 'belangrijk papier', 'wat is dit?', 'hé, ik dacht dat ik dit kwijt was'). Het voordeel van deze aanpak is dat het radicaal is en er dus snel van alles gebeurt, het nadeel is dat ik het me wel eens overkomt dat ik, als ik de troep van een overzichtelijk hoekje heb laten exploderen tot een hele kamer, geen zin meer heb om door te gaan. Als ik in deze fase afhaak, komt het nooit meer goed en zal de kamer die ik onder behandeling er nog maanden uitzien alsof Osama Bin Laden de leiding over de opruimexpeditie had. Maar als ik doorzet, ga ik in de daarop volgende reconstructie-fase van extreme chaos naar een heerlijke zen-achtige rust, reinheid en regelmaat. De oppervlakken die ik tijdelijk had volgebouwd met rotzooi raken een voor een leeg, er ligt niets meer waar het niet hoort te liggen, ik heb dingen teruggevonden die ik dacht voorgoed verloren te hebben en ik voel me met de minuut minder overspoeld door troep. De laatste fase in het proces, de onderhoudsfase, is voor mij de lastigste. Ik hoop dat ik me aan mijn goede voornemen kan houden en dat ik het hele jaar gewoon over een keurig hoekje bank kan beschikken, maar ik ken mezelf wel een beetje, en vrees het ergste. We zullen zien...

donderdag 13 januari 2011

Me met mijn eigen zaak bemoeien

Ik ben druk bezig met het uitvoeren van mijn goede voornemens. Vooralsnog richt ik het meeste energie op nummer 4 (serieus mijn thuisrestaurant ontwikkelen). Als onderwijsmens ben ik ervan overtuigd dat een van de eerste stappen die je moet zetten als je iets nieuws wil doen het volgen van scholing is. De allereerste stap is natuurlijk winkelen (het aanschaffen van schrijfwaar gaat altijd vooraf aan scholing - nieuwe dingen schrijf je niet met oude pennen), maar kort daarop volgt het inschatten van wat je nog niet weet en het onderzoeken hoe je de hiaten in je kennis gaat vullen. Ik vind dit eigenlijk heel volwassen van mezelf, want het liefst zou ik al mijn tijd investeren in dingen die in deze fase nog helemaal niet aan de orde zijn, zoals het (laten) ontwerpen van een logo, het drukken van visitekaartjes, materiaal aanschaffen en de hele dag ter inspiratie kookboeken lezen. Helaas zijn dat nou net de activiteiten waar mijn kracht ligt, en ik zal me dus eerst even moeten richten op mijn zwakke plekken.
Ik heb namelijk helemaal geen idee hoe bedrijven in elkaar zitten. Mijn persoonlijke financiële management is jarenlang een drama geweest en begint pas sinds kort ergens op te lijken, maar van dingen als BTW, factureren en afschrijvingen weet ik helemaal niets. Daarom heb ik maandag een online cursus gedaan bij de Kamer van Koophandel, zodat ik na een kleine zes uur schelden tegen een virtuele mevrouw en braaf aantekeningen maken in elk geval het gevoel heb dat ik weet wat er nog allemaal uitgezocht, geleerd, gedaan en geregeld moet worden. Bovendien was ik daarna ook een beetje thuis in de terminologie, zodat ik dinsdag, tijdens het seminar waarvoor ik me bij de KvK Leiden (Start een eigen bedrijf) had aangemeld, niet volledig overspoeld zou raken door nieuwe woorden en begrippen, want jarenlange ervaring wijst uit dat ik in dergelijke gevallen mijn hersens uitzet en in mijn nieuwe schrift tekeningen van bloemen ga zitten maken.
Bij de online cursus was ik erg geschrokken van de mededeling dat 50% van de nieuwe ondernemingen er na 5 jaar mee gestopt is. Het introductie-rondje op het seminar was in dat opzicht een hele geruststelling, want mij leken veel meer dan de helft van de bedrijven die de mensen daar wilden starten bij voorbaat al kansloos; sommigen vanwege de motivatie om te beginnen ('ik zit in de WW en het moet van de UWV' lijkt me geen solide basis), en anderen vanwege het type bedrijf, bijvoorbeeld een consultancy-bureau voor hoe je LinkedIn moet gebruiken (dat kunnen we toch al?), een webwinkel die zich richt op 'vrouwen tussen de 20 en de 70 die midden in de maatschappij staan' (naar mijn perceptie zo'n beetje alle vrouwen, enkele nonnen en hoogbejaarden uitgezonderd), en een man die telefoondiensten en groene stroom gaat verkopen (want daar waren er nog niet genoeg van tenslotte). Al met al heb ik veel geleerd, ik weet nu waar ik me de komende weken onledig mee kan gaan houden: het behalen van een hygiënecertificaat en het vergelijken van algemene voorwaarden. Maar intussen vind ik wel dat ik mezelf een beetje mag belonen voor al dat noeste geleer en minstens een dag mag besteden aan online kookboeken shoppen...

maandag 10 januari 2011

Goede voornemens

Ik houd erg van nieuwe dingen. Ik kom bijvoorbeeld zelden zo dicht bij volmaakt geluk als op de momenten dat ik een gloednieuwe pot pindakaas opendraai en het onaangetaste oppervlak voor me zie. Als ik later rijk ben, ga ik elke keer als ik zin heb in pindakaas een nieuwe pot nemen, denk ik. Kleren houd ik zo lang mogelijk nieuw, dus bewaar ik ze soms jarenlang met kaartje en al in mijn kast, en hetzelfde geldt voor mijn omvangrijke verzameling opschrijfboekjes: ik vind ze gewoon het mooist als er niets in geschreven is, zodat ik nu verspreid over het huis een stuk of 20 maagdelijke exemplaren heb, en liever een nieuw project inluid door een nieuw boekje te kopen dan een van de boekjes uit de voorraad aan te breken. Die wil ik namelijk nog heel even bewaren...
Een nieuw jaar is voor mij ook een prachtig geschenk. Wat er ook in het vorige jaar gebeurd is, ik heb op 1 januari een volledig onaangetast jaar voor me, waarmee ik kan doen wat ik wil. Vandaar ook dat ik elk jaar veel plezier ontleen aan het formuleren van mijn goede voornemens (overigens heb ik ook de neiging om elke maandag met goede voornemens de week te beginnen, maar dat zijn voornemens van een andere, meer praktische aard). Het liefst neem ik me tien dingen voor (ik heb namelijk ook een getallenafwijking), en dit jaar is me dat weer gelukt. Ze vallen op te delen in een aantal categorieën:

De gebruikelijke 'dit jaar gaat het echt lukken' sport- en afvalcategorie
1. BMI van 25 bereiken en vasthouden
2. 4 keer per week sporten
Deze 2 spreken voor zich, en voornemen 1 zal ik bereiken aan de hand van voornemen 2. Ik plan mijn sportactiviteiten keurig in mijn agenda, en vooralsnog voer ik ze ook netjes uit. Bovendien heb ik mijn Wii Fit herondekt, en we zijn nu, hoewel hij me op mijn donder gaf omdat hij me al 2 en een half jaar niet gezien had, de beste vrienden, zeker sinds hij mij naar aanleiding van mijn lunges tot 'muscle legend' heeft uitgeroepen.

De dit jaar toch wel urgente 'je leeft niet om te werken, je werkt om te leven'-categorie
3. Gemotiveerd raken voor het werk dat ik doe
4. Serieus mijn thuisrestaurant ontwikkelen
Ik zit nog steeds voor een deel van de week thuis, en dat lijkt me geen wenselijke situatie voor de lange termijn. Ik wil dolgraag een baan waarvoor ik gemotiveerd ben. Volgens mij is er een aantal mogelijkheden, namelijk mijn schouders zetten onder de baan die ik heb, een totaal andere baan zoeken, of naast de baan die ik heb iets anders gaan doen, om zo voor het geheel gemotiveerd te raken. Ik kies het laatste; het plan zal volgend schooljaar pas uitgevoerd kunnen worden, maar dan heb ik iets om me op voor te bereiden en naar uit te kijken. Ik droom al jaren van thuisrestaurant (waarbij ik kook bij anderen) en die plannen ga ik dit jaar uitwerken.

De elk jaar op een andere manier ingevulde 'dit jaar wordt alles anders'-categorie
5. Minder troep maken
6. 52 boeken lezen
7. 'Use it or lose it' toepassen op cosmetica en kleding.
8. Goed voor mijn huid zorgen
Het eerste voornemen van deze categorie heb ik tactisch geformuleerd; meestal neem ik me voor om geen troep meer te maken, en dat lukt dan niet. 'Minder troep' is zo arbitrair dat ik denk dat dat me wel zou moeten lukken. Naast een poging om dit jaar wel het gemiddelde van 1 boek per week te halen, wordt het zo onderhand tijd om serieus aandacht te besteden aan mijn huid (ik ben niet meer zo piep, tenslotte) en dat kan zo goed als gratis, want ik heb ontzettend veel onderhoudsmaterialen in huis. Als ik ze niet gebruik, moet ik ze weggooien, en hetzelfde geldt voor de kleren die ik niet draag.

En tot slot, de jaarlijkse 'je hebt zulke fijne mensen in je leven, doe er eens wat mee'-categorie
9. Leuke dingen doen met Michel
10. Vaker koken voor vrienden
Ik wil in 2011 meer contact met vrienden en dat combineer ik natuurlijk het liefst met etentjes, want ik vind koken het leukste wat er is en dan kan ik gelijk oefenen voor het thuisrestaurant. Ook quality time met mijn partner hoort thuis in het lijstje goede voornemens; het is heel makkelijk om aan het eind van de dag lekker op de bank te gaan hangen, maar memorabel zijn die avonden niet. Gelukkig hebben we dit jaar al een excursie, een toneelvoorstelling en een weekend weg geregeld, dus dat is een voornemen waarbij ik door het object gesteund word.

Al met al een hele lijst, maar ik weet zeker dat het een heel mooi jaar wordt - als ik zelfs maar een deel van deze targets haal, kan ik in december 2011 tevreden terugkijken, en dat is toch uiteindelijk het doel van goede voornemens.

vrijdag 7 januari 2011

Voor de laatste keer: 2010

Volgens mijn eigen strakke schema zijn op 6 januari de feestdagen voorbij. De Kerstboom moet, samen met alle feestelijke attributen, op die dag opgeruimd worden en ik wens daarna niemand nog een gelukkig nieuwjaar. Dit jaar is de praktijk anders: Michel en ik hadden gisteren tijd noch energie om de boom op te doeken, dus die staat nu met de lichtjes gezellig aan te verdorren in de woonkamer en ik ben nog zo druk bezig met het evalueren van 2010 dat ik het moeilijk vind om het gevoel te krijgen dat 2011 al helemaal begonnen is.
Als ik dan toch aan het evalueren ben, geloof ik dat ik volledig terecht kan zeggen dat 2010 voor mij een interessant jaar geweest is. Ik heb een aantal functies en taken waaraan ik geen plezier of inspiratie meer ontleende neergelegd, dat alles in een slechts ten dele geslaagde poging om mezelf te beschermen. Ik ben op reis geweest, naar Dublin, Parijs en Maastricht. Culinair gezien was het ook een mooi jaar: we hebben heerlijk gegeten bij vrienden en in allerlei restaurants (hoogtepunten waren Ivy in Rotterdam op mijn verjaardag en onlangs nog Beluga in Maastricht), en ik heb natuurlijk nog meegedaan aan Masterchef. Ik heb mijn rijbewijs gehaald en ben naar Lelystad, Breda en Flaine gereden. Het aantal musea dat ik heb bezocht viel een beetje tegen en ook dit jaar heb ik mijn literaire target (gemiddeld een boek per week lezen) niet gehaald, al vind ik 46 boeken in een anderszins ook nogal rijk jaar niets om me voor te schamen. In het kader van het 101 dingen-lijstje heb ik veel films en documentaires gezien, ben ik gaan paaldansen, heb ik me door visjes laten aanknagen, heb ik gewandeld, hardgelopen, gelezen, ondergoed gedragen en gebeeldhouwd. Tot mijn eigen tevredenheid ben ik 10 kilo afgevallen en ben ik serieus aan het sporten geslagen. En op de valreep van het jaar heb ik mezelf nog even oesters leren openmaken, want voor het Oud & Nieuw-feest in het chalet hadden we een dozijn oesters en een mes (de kleine supermarkt in Flaine bood geen keuze in chips, maar wel oestermessen - die Fransen weten wel waar hun prioriteiten liggen); ik kon mijn eigen persoonlijke leerstijl, die samen te vatten valt als 'proberen tot het lukt', toepassen op de hermetisch gesloten schelpen. Een eenvoudige steek in de sluitspier bleek meer dan afdoende en we hebben de oesters op sneeuw geserveerd. Een mooie afsluiting van een toch redelijk geslaagd jaar, lijkt me, en ik kijk met veel vertrouwen uit naar wat er allemaal in 2011 gaat gebeuren!

woensdag 5 januari 2011

Sneeuwfeest

De week tussen Kerst en Oud & Nieuw heb ik met Michel en een viertal vrienden (sommigen vrolijk, sommigen single, allen in feeststemming) in het Franse Flaine doorgebracht. Het oorspronkelijke plan was om met zijn achten te gaan, maar op het laatste moment konden twee vrienden om redenen van gezondheid, of eigenlijk ongezondheid, niet meereizen. Dat was niet de enige tegenslag. Deze Kerst was er namelijk geen plaats in de herberg die wij hadden gereserveerd (een redelijk decadent chalet voor 12 personen, met meer dan genoeg slaapplaatsen en badkamers), zodat de reisorganisatie ons in een aanzienlijk kleiner en duidelijk minder luxueus appartement heeft geplaatst. Zo kreeg ik op de valreep van 2010 nog een waardevolle les mee: de hoeveelheid organisatie die je ergens insteekt is niet altijd naar verhouding met het uiteindelijke resultaat.
Maar met een houding van 'gaat het niet zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat' kan je een heel eind komen. We hebben met zijn zessen (de ziekenboeg is definitief in Voorburg gebleven) veel plezier gehad in en rond het appartement. We hadden een houtkachel, waar Michel zijn pyromane neigingen volledig op kon uitleven, een verrassend goede keuken voor mij om mee te spelen, voor de ski-ers was er genoeg te beleven in Flaine en 'het volgende dorp'. Michel en ik hebben samen een sneeuwpop gebouwd en we hebben de skilift naar de top van een berg genomen om bij de anderen op visite te gaan en om het hoogste biertje ooit (op 2480 meter) te drinken. Elke avond hebben we spelletjes gespeeld (verschillende manifestaties van Catan, Bohnanza en Koehandel) en ik heb in 6 dagen 4 boeken gelezen. Tijdens de jaarwisseling zaten we zo ontspannen te kletsen en de door Michel ter plekke gebakken oliebollen te eten dat het ons eigenlijk verbaasde dat het 12 uur werd. Het was mijn eerste ervaring met het huren van een huisje met vrienden en het is me erg bevallen. Zelfs de daadwerkelijke wintersport, die me in eerste instantie niet zo aantrok, lijkt me het proberen waard: ik ga in de zomervakantie skilessen nemen, zodat ik me in de toekomst als supersnelle sneeuwgoth op de piste zal kunnen manifesteren.


maandag 3 januari 2011

Boven mijn stand

Tijdens het bezoek aan Parijs in november heb ik een bescheiden tour van de grote modehuizen gemaakt, deels omdat het op mijn 101 dingen-lijstje stond (het is namelijk iets wat ik altijd al wilde doen) en deels omdat ik het liefst missies combineer: als ik alleen maar theewinkels zou hebben bezocht, zou het me na 3 vestigingen zijn gaan vervelen, maar als ik na het bezoek aan de Kusmi-winkel op de Champs Elysées nog even bij Louis Vuitton naar binnen kan, blijf ik gemotiveerd. Als je een korte concentratieboog hebt, kom je nog eens ergens, dat blijkt dan maar weer. Bovendien leek het me ook weleens leuk om eens te kijken hoeveel standen er nog boven mijn stand zijn; getuige het gebrekkige saldo dat ik op de bank heb en de iets te dure (en in elk geval te uitgebreide) garderobe die ik bezit zou het goed voor me zijn om aan de andere kant van de 'niet voor jou'-grens te gaan staan.
In totaal heb ik 3 winkels van binnen gezien en bij nog 2 winkels door het raam gekeken. Ik begon bij eerdergenoemde Louis Vuitton en werd gelijk verliefd op een leren rok van €2500. Maar onbereikbare liefdes moet je incasseren voor wat ze zijn, zodat ik daarna op pad ging naar Prada, waar ik niet kon inschatten hoezeer de kleren mijn budget ontstegen, omdat ze daar zo sjiek waren dat er geen prijskaartje te bekennen was. Ik denk dat mensen die bij Prada kunnen winkelen zich niet om een paar euri hoeven bekommeren. De allermooiste winkel was die van Chanel aan de Rue Cambon. Het begon al met een prachtige etalage met nogal wat (ik hoop nep-, maar ik vrees het ergste) bont. Ze hadden een limousineparkeerservice (daar maakte ik geen aanspraak op, ik gebruikte het Parijse witte fietsen-plan) en een meneer die de deur voor me openhield, ook al was het volledig duidelijk dat ik een toerist was die echt niets kwam kopen. Er waren parfums die alleen daar te koop waren en een Chanel-gitaar. Ik heb alles bekeken, een heleboel hele dure dingen aangeraakt, me afgevraagd wat ik zou kopen als ik een onbeperkt budget had, en ik heb zonder de knip te trekken het pand verlaten. De deurman zei nog 'au revoir' tegen me toen ik naar buiten ging; ik hoop maar dat hij voorspellende gaven heeft en dat ik binnenkort een zeer effectief kraslot weet te scoren, want dan ziet hij me inderdaad terug en is die camelia-broche, waarvan ik niet wist dat ik hem nodig had, maar die ik sinds mijn bezoek aan Parijs regelmatig blijk te missen, van mij.