zondag 16 januari 2011

Opgeruimd staat netjes

In het kader van goed voornemen nummer 5 (minder troep maken) ben ik begonnen met het aanpakken van de rotzooihaarden in ons huis. Ik heb een heel eigen manier van chaos genereren. Ik bouw namelijk nestjes, en dat doe ik thuis, op school en eigenlijk overal waar ik langer dan 24 uur ben; ik zoek een plek waar ik graag zit, haal dingen die daar niet horen maar die ik om me heen wil hebben (romans, kookboeken, leuke kaarten, tubes handcrème) naar die plek, en laat ze daar vervolgens liggen. Als het dan een behoorlijk zootje begint te worden, dump ik daar ook spullen die ik niet per se om me heen wil hebben (post, belangrijke papieren, oude kranten) omdat er inmiddels toch geen redden meer aan is. Een hoekje van het huis dat de fase 'het heeft toch geen zin om op te ruimen, er ligt te veel' heeft bereikt, kan makkelijk maanden in die staat verkeren; ik schuif de spullen opzij als ik er wil zitten, en poezen plooien zich overal omheen als ze ergens willen slapen.
Een mooi voorbeeld van een dergelijke haard is het hoekje van de bank waar ik meestal zit. Tussen de leuning en de muur is een ruimte waar ik (een aantal van) mijn tassen bewaar, op de leuning leg ik alles waar ik even mee bezig ben, en tegen de muur staat een laag tafeltje waarop allerlei frutsels liggen. Bovendien bevinden zich ergens in die omgeving ook altijd mijn breitas, mijn schooltas en de tas die ik op dat moment gebruik, en gebruik ik het tijdschriftendeel van de glazen tafel om diverse papieren te parkeren. Dit soort zooi maakt een woonkamer natuurlijk niet heel aantrekkelijk, dus ik heb gisteren anderhalf uur van mijn leven geïnvesteerd om de boel daar weer in goede banen te leiden.
Opruimen doe ik op een vaste manier. Als ik de plek heb gevonden die ik wil rationaliseren begint de deconstructie-fase: ik verspreid alles wat daar ligt over de vloer en ga het dan sorteren in stapeltjes ('hoort hier niet', 'hoort hier wel', 'oud papier', 'belangrijk papier', 'wat is dit?', 'hé, ik dacht dat ik dit kwijt was'). Het voordeel van deze aanpak is dat het radicaal is en er dus snel van alles gebeurt, het nadeel is dat ik het me wel eens overkomt dat ik, als ik de troep van een overzichtelijk hoekje heb laten exploderen tot een hele kamer, geen zin meer heb om door te gaan. Als ik in deze fase afhaak, komt het nooit meer goed en zal de kamer die ik onder behandeling er nog maanden uitzien alsof Osama Bin Laden de leiding over de opruimexpeditie had. Maar als ik doorzet, ga ik in de daarop volgende reconstructie-fase van extreme chaos naar een heerlijke zen-achtige rust, reinheid en regelmaat. De oppervlakken die ik tijdelijk had volgebouwd met rotzooi raken een voor een leeg, er ligt niets meer waar het niet hoort te liggen, ik heb dingen teruggevonden die ik dacht voorgoed verloren te hebben en ik voel me met de minuut minder overspoeld door troep. De laatste fase in het proces, de onderhoudsfase, is voor mij de lastigste. Ik hoop dat ik me aan mijn goede voornemen kan houden en dat ik het hele jaar gewoon over een keurig hoekje bank kan beschikken, maar ik ken mezelf wel een beetje, en vrees het ergste. We zullen zien...

1 opmerking:

  1. Well done, Susannah!

    Tijdens het lezen schrok ik even, want het lijkt enorm op mijn handelen (zowel het chaos creëren rondom 'mijn' bank, als het opruimen).
    We hebben toch wat gemeen, hoewel dat op het eerste gezicht toch erg moeilijk te geloven is.
    Ben je tijdens het opruimen ook je belofte aan het schrijven van de recensie tegengekomen? Mijn uitvluchten tegen de uitgever (aan wie het verschijnen van de recensie in het oktobernummer beloofd is) zijn uitgeput, en in het februarinummer komt van hen ook een advertentie voor het boek. Tot nu toe heb ik alleen je naam als auteur en de kop Recensie over Laus Romae. Het zou toch naar zijn als er niet meer te lezen zou zijn....

    Hans

    BeantwoordenVerwijderen