zondag 27 maart 2011

Juridische zaken

Deze week mocht ik weer op cursus bij de Kamer van Koophandel, op woensdagavond van 19 tot 22 uur (je vraagt je toch af wanneer die mensen eigenlijk eten). Dit keer was het onderwerp 'Juridische zaken voor starters', dus ik had me mentaal voorbereid op een avond vol spanning en sensatie. Na het traditionele voorstelrondje, waarbij het hoogtepunt dit keer werd aangeboden door een meneer die van plan was in restaurants chefs te gaan scholen in de Ayurvedische kookprincipes, begon de cursus met een presentatie over rechtsvormen, het handelsnaamregister en de flexibilisatie van het BV-recht, waarna het stokje, of eigenlijk de Powerpoint-afstandsbediening, werd overgenomen door een snelle jurist van een echt advocatenkantoor, die ons duidelijk maakte dat we moesten zorgen dat we alles wat we deden of lieten in onze Algemene Voorwaarden helemaal dichtgetimmerd hadden, omdat anders hij of een van zijn confrères onze prille bedrijfjes echt helemaal zonder enige scrupules tot de grond toe stuk zou maken. Het bloeddorstige geknik van het aanvankelijk schattig ogende meisje, van wie ik dacht dat ze alleen maar mee was om de indrukwekkend dikke boeken van de jurist vast te houden, boezemde me nog veel meer angst in, zodat ik me plechtig voornam om mezelf tegen zowel juridische ongemakken als juristen te beschermen en serieus met mijn voorwaarden aan de slag te gaan. Bovendien heb ik in de pauze uitgebreid gesproken met iemand die een potentiële klant bleek te zijn, met een netwerk dat ik volgaarne zal aanboren, dus al met al was het zeker geen verloren avond.
Die Algemene Voorwaarden stonden voor dit weekend op het programma. Gelukkig is het niet de standaardprocedure om die dingen helemaal zelf uit het niets op te stellen: ik heb een aantal Algemene Voorwaarden van vergelijkbare bedrijven vergeleken en het merendeel van de voorwaarden is gewoon, inclusief spelfouten, van anderen overgenomen. Ik heb een soort mega-fusie van verschillende versies samengesteld en naar mijn hand gezet, en als ik het eindprodect in 4 punts Verdana afdruk passen al mijn voorwaarden, wonder boven wonder, op slechts een pagina A4, zodat ik daadwerkelijk bewapend met hele kleine lettertjes offertes kan uitbrengen. Mijn administratie had ook weer de voor mij gebruikelijke chaotische staat bereikt, en waar ik meestal mijn kop nog even lekker in het zand kan steken, moest ik daar dit weekend ook voor aan de bak, want de Belastingdienst heeft ook vernomen dat ik een bedrijf ben gestart en stuurde mij bij wijze van hartelijk welkomstpakket een blauwe envelop voor mijn BTW-aangifte. Met al die juridische toestanden raak ik natuurlijk wel ver van mijn core business verwijderd, dacht ik, dus om mezelf te troosten heb ik gisteravond voor het eerst zelf, met een heleboel boter en eieren, sauce Hollandaise gemaakt voor bij de asperges. En dan is het ineens wel weer lekker om een thuisrestaurant te hebben!

zaterdag 26 maart 2011

Even wachten dan maar...


Toen vorig jaar de iPad in Nederland werd geïntroduceerd, zag ik het nut van het apparaat eigenlijk niet zo in. Ik ben een tamelijk intensieve iPhone-gebruiker: natuurlijk zet ik hem in om te bellen en te sms'en, maar ik heb er ook zo goed als al mijn muziek op staan, mijn agenda wordt doorlopend gesynchroniseerd met alle computers die ik tot mijn beschikking heb, als ik ga hardlopen heb ik de 'Couch to 5K'-app die mij intensief coacht, in de bus kan ik filmpjes kijken en spelletjes doen (wel met mate: ik mag van mezelf niet de volledige versies van Angry Birds of Harbor Master downloaden, want dan komt er nooit meer wat uit mijn handen) en omdat ik au fond een enorme nerd ben, geniet ik behoorlijk van de praktische inzetbaarheid van Lexidium en Lexiphanes, complete woordenboeken Latijn en Grieks (wat wil een mens nog meer?). Als ik een iPad zou kopen, dacht ik, zou ik de status van mijn zo geliefde iPhone terugbrengen tot die van een eenvoudige telefoon, en dat is toch een beetje alsof je een prachtige sportwagen koopt en hem vervolgens in de garage laat staan.
Maar ja, andere mensen kopen wel een iPad, en dan mag ik er heel soms mee spelen (niet in het begin natuurlijk, mensen die net een iPad hebben laten dat ding geen 3 seconden los), en uiteindelijk ben ik er toch wel veel voordelen van gaan inzien - want op de iPad kan je ook echte documenten maken, in plaats van die kleine priegelnotities, en mailtjes schrijven gaat ook een stuk makkelijker, en ik ben ook niet meer de jongste, dus filmpjes kijken op een groter scherm is aanzienlijk prettiger dan met halfdichtgeknepen ogen naar dat minischermpje van de iPhone turen, en dan heb ik het nog niet eens over hoe leuk Angry Birds is als je de vogels op groot formaat tegen de groene varkentjes aan kan lanceren. Allemaal slappe smoesjes natuurlijk, maar bij mij is het nou eenmaal zo dat als het idee dat ik iets wil hebben eenmaal bij mij heeft postgevat, het alleen nog maar een kwestie van tijd is voordat ik de argumenten tegen de aanschaf voor mezelf volledig overtuigend heb weggeredeneerd en er een financiële transactie kan plaatsvinden. Ik heb me een tijdje in kunnen houden, want er zou een nieuwe versie uitkomen en die wilde ik afwachten (al was het alleen al om de eerste generatie iPad-gebruikers die mij niet met die van hen lieten spelen terug te pakken), maar toen de iPad2 op 25 maart in de verkoop zou gaan, was er niets dat me nog tegen kon houden. Of eigenlijk nog maar een ding: het vooruitzicht van de enorme rijen waar ik me bij kon aansluiten als ik dan daadwerkelijk tot de aanschaf wilde overgaan. Ik heb niet heel veel principes, maar ik sta niet in rijen. Dus nu heb ik 'mijn' iPad online aangeschaft, en zal ik er nog even op moeten wachten - dat is ook een soort in de rij staan, maar ik voel me toch aanzienlijk minder kansloos dan ik me zou hebben gevoeld als ik me had moeten aansluiten bij de mensen die ik vrijdagmiddag voor de beide Apple-stores in Rotterdam zag staan, en ik heb gelukkig tenslotte ook nog een hele fijne iPhone om het wachten mee te overbruggen.

zondag 20 maart 2011

Curriculum Vitae

In het kader van 101 dingen-lijstje heb ik onlangs mijn CV bijgewerkt. Mensen die meer verantwoordelijkheidsgevoel kennen dan ik en mensen die meer solliciteren dan ik houden hun CV's keurig bij, maar ik moet bij iedere sollicitatie als een bezetene verzinnen wat ik ook alweer wanneer gedaan heb, en dan vergeet ik natuurlijk van alles. Ik ben op het moment helemaal niet op zoek naar een nieuwe baan, maar toen ik het lijstje opstelde, maakte het updaten van mijn CV deel uit van een meesterplan: eerst dat doen en dan solliciteren als Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Hoewel ik helemaal niet in het huwelijk geloof, houd ik erg van bruiloften, en spreken in het openbaar is ook een liefhebberij van mij, zodat een dergelijke functie me wel een mooie baan voor mij leek. Inmiddels heeft deze droombaan in mijn hoofd plaats gemaakt voor die van personal chef in mijn thuisrestaurant, zodat ik me nu voor de lichtelijk sneue taak gesteld zie als een soort ouderwetse wachtgeldprofiteur even pro forma te solliciteren in de hoop afgewezen te worden - maar ja, ik krijg een vinkje als ik solliciteer, niet als ik aangenomen word, en wie weet levert het nog wat op ook, en dan kan ik pas echt een gat in de markt vullen: eerst mensen in de echt verbinden en dan een diner voor ze bereiden.
Het thema van de Boekenweek, die 10 dagen lang zijn sporen door de Nederlandse boekhandels trekt, is toevallig ook Curriculum Vitae. Het CPNB licht het thema toe, en zegt dat het gaat over 'mensen van vlees en bloed, mensen die we bewonderen of verafschuwen, kortom, mensen met een verhaal.' Ik houd erg van boeken over mensen van vlees en bloed, wat wel fijn is, want ik ken eigenlijk weinig literatuur waarin dit soort vreemde wezens niet voorkomt. In elk geval ging ik vol enthousiasme aan de slag met het boekenweekgeschenk, De Kraai van Kader Abdolah, van wie ik nog nooit een boek had gelezen, en dat terwijl hij, volgens de alomtegenwoordige boekenweekpropaganda 'full time schrijver [is] en hij de, bij een groot publiek geliefde, boeken als Het huis van de moskee en De boodschapper en De Koran op zijn naam [heeft] staan.' Nou dacht ik altijd dat de Koran iets ouder was, maar in dit geval gaat het dan ook (slechts) om een vertaling van de hand van Abdolah. Om het boekenweekgeschenk te verwerven en om me af te zetten tegen het huidige politieke klimaat heb ik die Koran-vertaling dan ook maar gelijk aangeschaft, maar ik ben natuurlijk begonnen met het lezen van De Kraai, want als je het boekenweekgeschenk niet tijdens de boekenweek leest heeft het weinig zin het te bezitten.
Ik vond het een typisch boekenweekgeschenk, in die zin dat ik het vermoeden heb dat de auteur dacht dat hij van alles wat hij kon in de kleine 100 pagina's die hem waren toebedeeld een demonstratie moest geven, zodat ik enerzijds de indruk had dat het verhaal veel te ambitieus was opgezet en anderzijds dat ik misschien beter een ander boek van Abdolah had kunnen lezen, omdat dit boek slecht een sample van 's mans vaardigheid biedt. Het is een boek over een schrijver, die uit Perzië via Turkije naar Nederland vlucht, in Amsterdam als koffiehandelaar werkt en veel Nederlandse literatuur leest (maar dan wel Nederlandse literatuur die volgens mijn leerlingen zwaar gedateerd is: Multatuli, Beets, Hermans en Gorter). Hoewel ik het verhaal best te doen vond, had ik wel wat moeite met de schrijfstijl: bijna iedere zin bestaat alleen maar uit een hoofdzin, soms door 'en' gekoppeld aan nog een hoofdzin - de voor de literaire voorbeelden van de hoofdpersoon zo tekenende complexe zinsstructuren zijn ver te zoeken. Ik kan alleen maar hopen dat dat een gevolg is van het literaire masker dat Abdolah zich heeft voorgezet, waardoor hij ervoor kiest om te schrijven als een immigrant die nog niet zo goed is in het Nederlands, maar ik vrees het ergste. Om te kijken of het aan de taalvaardigheid van de schrijver ligt, en niet aan die van de fictieve verteller, zal ik dus minstens nog een boek van zijn hand moeten lezen - en daarmee is de Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse boek toch mooi in haar opzet geslaagd, lijkt me.

zaterdag 19 maart 2011

Nieuwe regels

Naar aanleiding van het '30 dagen niets kopen'-experiment leek het me verstandig om voor de toekomst even een paar regels vast te stellen. Dat ik de neiging heb om overal lijstjes voornemens aan te koppelen is mij sinds ik deze blog gestart ben pijnlijk duidelijk geworden, maar het is niet anders - als ik voor mezelf geen strakke kaders bepaal, kan ik net zo goed geen voornemens maken, want dan houd ik het precies zo lang vol als het duurt voordat de eerste verleiding zich aandient. Met betrekking tot kleding moet ik toch constateren dat ik een enorme, tot de nok gevulde kast heb, maar dat die constatering me er nooit van weerhoudt er elke keer nog even iets bij te kopen, omdat ik denk dat dat item mijn collectie pas echt compleet zal maken. Dat de uitgaven de pan uit rezen was helder (zeker sinds de financiële vrind mij inzicht in mijn uitgaven heeft gegeven - misschien iets te helder zelfs), dat het minder kan wist ik al, en dat het minder moet is het gevolg van mijn eigen lifestyle-keuze minder te gaan werken om het thuisrestaurant waar te maken.
In het kader van goed voornemen nummer 7 ('use it or lose it' toepassen op cosmetica en kleding) en nog nagenietend van het succes van het 30 dagen-project heb ik in geheel eigen stijl maar weer een aantal regels vastgesteld voor het al dan niet aanschaffen van kleding.
1. Ik mag niets kopen dat ik al heb. Dat klinkt als het platbombarderen van een wijdopen deur, maar dat is niet zo: ik heb de neiging om grote hoeveelheden bijna identieke kledingstukken aan te schaffen. Zo heb ik ongeveer 15 shirtjes met een ronde hals en korte, halflange of lange mouwen, 4 zwarte en een aantal kleuren (en dan doe ik nu even of grijs een kleur is). Ik blijf ze maar kopen, omdat het fijne shirtjes zijn en ze lekker zitten, maar het valt niemand op als ik een nieuwe heb, dus ik kan het net zo goed laten.
2. Ik mag alleen iets kopen als ik het nog niet heb. Dat betekent dus dat wat ik koop een aanvulling op de huidige verzameling kleding moet zijn, en geen uitbreiding. Zo heb ik vrijdag een beige wikkelbloes met stippen gekocht, en een smalle grijze broek, geen van beide dingen die ik in een andere kleur of vergelijkbaar model al bezit. Dat mag dus wel, maar het leek me dat ik voldoende rokken heb om met de stippen te combineren en ongeveer een miljard shirtjes die bij de broek passen, zodat ik de kandidaten voor die aanschaf allemaal keurig in het rek heb laten hangen.
3. Ik moet extreme terughoudendheid betrachten waar het gaat om de aanschaf van grijze of zwarte kleding. Sinds mijn 16de heb ik de neiging om zo veel mogelijk zwart te dragen, want het schijnt af te kleden (dat vraag ik me af overigens; volgens mij ben je gewoon een dikke in een zwarte jurk) en ik vind dat het mooi contrasteert mijn licht pipsige Engelse huid. Of dat nou waar is of niet: ik heb meer dan genoeg in deze kleuren, en ik hoef ook niet gelijk als een soort Oilily-bankstel rond te gaan lopen, maar dat gothic-light imago van mij is op zich wel aan een herziening toe en in het kader van het 101 dingen-lijstje heb ik ook het plan om een week lang helemaal geen grijze of zwarte kleding te dragen (iets waar ik me overigens al maanden mentaal op aan het voorbereiden ben).
4. Ik moet de kleren die ik al heb dragen. Mijn plan is om elke zondag 3 items uit mijn kast te selecteren die ik al een tijdje niet heb gedragen, en die in de week daarop weer eens het daglicht te laten zien. Ik heb speciaal hiervoor ook een officiële kledinghypothese geformuleerd: een kledingstuk dat je een jaar niet gedragen hebt, wordt vanzelf weer nieuw. Dat is overigens niet onbeperkt toepasbaar, ik heb collega's die de indruk wekken regelmatig kleding uit de jaren '80 nog een kans te geven, maar voor het merendeel van de dingen die ik in de kast heb hangen zou deze theorette toch zeker het toetsen waard moeten zijn.
Ik ben benieuwd hoe lang ik het volhoud - mijn goede voornemens lukken op het moment slechts ten dele, maar misschien is het wel zo dat ik van alles wat ik me voorneem een bepaald percentage daadwerkelijk uitvoer, wat zou moeten betekenen dat ik meer bereik naar gelang ik me meer voorneem. Dat zou mooi zijn, want ik vermoed dat ik mezelf in de nabije toekomst met nog meer rijtjes regels in het gareel zal trachten te krijgen...

zondag 13 maart 2011

Weer zo'n zondag


Ik durf tegenwoordig niet meer zo goed te klagen over dat ik het druk heb. Ik zit namelijk nog voor een deel in de ziektewet, en hoewel dat mijns inziens op zich terecht is, betekent het wel dat ik, hoeveel ik ook te doen heb, eigenlijk nog meer zou moeten doen. En dat is jammer, want ik ben volgens mij best actief de laatste tijd. Deze week was dan ook een hele volle: we begonnen met een wederom ontluisterende studiedag, ik heb twee klassen teruggekregen (en dan hebben we het over tweemaal 25 derdeklassers in zo'n beetje het hele spectrum aan fasen van de (pre-)puberteit), dinsdag gaf ik oudercursus Klassieke Cultuur waarvoor vanzelfsprekend een kittige Powerpoint moest worden opgesteld, de PR-machine voor een lezing die ik op school georganiseerd heb moest gedaan worden (inclusief de poster die ik had ontworpen na vermenigvuldiging op het kleurenkopieerapparaat weggooien en een nieuwe maken omdat ik er natuurlijk weer een foute datum op had gezet), ik organiseer de jaarvergadering van de vakvereniging en de cateraar wilde precies weten hoeveel bitterballen we willen, het thuisrestaurant is donderdag ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (iets wat ik met Michel en de toekomstig zakenpartner natuurlijk 's avonds als een groots horeca-festijn moest vieren), de vrijdag kon ik met mijn verse KvK-nummer in de hand gelijk besteden aan het aanvragen van een bankrekening en passen van horeca-groothandels, en dat dan tussen het schrijven van het ondernemingsplan door en tot slot had ik voor vrijdagmiddag en -avond een borrel met een tweetal collega's gepland. Het voordeel van een gering talent tot het focussen van mijn energie en concentratie is kennelijk dat ik heel veel gedaan kan krijgen, maar ik begin me zo onderhand wel af te vragen of ik niet actiever ben sinds ik minder werk. Gelukkig heb ik ook van alles niet gedaan: ik heb deze week welgeteld 0 keer gesport en geen letter literatuur gelezen.
Al met al is het dan wel heel lekker als in het weekend de agenda leeg is. Ik heb zo zeer niets te doen dat ik me tijd heb om me te verbazen over hoe georganiseerd ik tegenwoordig ben: waar ik vroeger makkelijk een hele zondag kon (en moest) besteden aan het opruimen van de woonkamer of mijn kleren, ligt alles nu keurig op zijn plek, mijn gehele financiële situatie is keurig in een Excel-bestandje ondergebracht en behoeft maximaal 5 minuten onderhoud en mijn lessen voor volgende week zijn helemaal voorbereid. Gelukkig komt 1 april steeds dichterbij, hetgeen betekent dat Michel en ik allebei de hete adem van de fiscus in onze respectievelijke nek voelen, en we daarom vandaag onze belastingaangifte hebben gedaan. Ook hiervoor geldt eigenlijk dat de boel misschien teleurstellend goed op orde is, want we konden alle belangrijke papieren gewoon in een keer pakken en we hebben binnen 70 minuten nadat ik het aangifteprogramma heb gedownload de taxman kunnen verblijden met onze afrekening van 2010 - en dat was vroeger wel anders. Een treurige ontwikkeling is het toch eigenlijk, dat volwassen worden: door al die efficiëntie houd ik zeeën van tijd over, en dan voel ik me vervolgens schuldig dat ik geen onderzoek zit te doen naar belangwekkende onderwerpen als 'De rol van de vrouw in het werk van Ernest Hemingway', of me geen zorgen maak over de naderende apocalyps, of geen bijdrage lever aan allerlei polemieken op Facebook. Intussen constateer ik dat ik me de rest van de dag alleen maar zorgen hoef te maken over de vraag of ik een martini met gin of met vodka zal drinken (ik denk met vodka overigens) en wellicht of de zalmtartaar met avocadocrème die ik wil bereiden in de praktijk net zo lekker is als ik in theorie denk. Meine Sorgen möcht' ich haben - zalig!

zaterdag 12 maart 2011

30 dagen niets kopen

Na een genoeglijk dagje Amsterdam met Michel, dat in het teken stond van mijn Kerstcadeaus (dat is ook een manier om de feestdagen optimaal te rekken, gewoon in februari pas openstaande cadeaus incasseren), maar waarop ik ook de kans heb gegrepen een nieuw paar 'duurste laarzen aller tijden' aan te schaffen, leek het me een mooi moment om wat matiging in mijn uitgavenpatroon aan te brengen. Los van het feit dat het wel een keer goed zou zijn voor mijn banksaldo als ik een tijdje niet te pas en vooral te onpas de kaart uit mijn portemonnee zou trekken, is het ook een voorbereiding op de nabije toekomst: als ik volgend schooljaar serieus van start wil gaan met het thuisrestaurant, en dat wil ik, zal ik minder op school moeten gaan werken, en dan gaan mijn vaste inkomsten omlaag, en waarschijnlijk precies dat deel van mijn salaris dat ik elke maand zonder enige scrupule over de balk smijt. Om mezelf rustig te laten wennen aan het soberder leven, heb ik besloten eerst een overzichtelijke termijn van 30 dagen in te stellen voor het project en met mezelf afgesproken dat ik geen geld zou uitgeven aan kleding, schoenen, boeken, cd's, dvd's, cosmetica en attributen voor de keuken.
Hoewel je een junk die aan het afkicken is een bezoek aan een drugspand van harte af zou raden, leek het mij juist wel verstandig om toch hier en daar wat winkels te bezoeken, zowel online als in real life. Ik kan namelijk moeilijk doen alsof er geen winkels zijn, en bovendien ging het me er juist om om bewust niets aan te schaffen, en als je geen dingen ziet die je wilt kopen, kan je ze ook niet ongekocht laten. Bij het winkelen in Leiden zag ik een jurkje met meetlintprint dat ik echt heel mooi vond, vervolgens gepast heb in de hoop dat het me niet zou staan, wat helaas niet het geval was (het flatteert echt alles wat ik heb), en keurig teruggehangen in het rek. Ik heb me ook voor geen enkele emailnieuwsbrief van mijn lievelingswinkels afgemeld, wat wel een aantal hele moeilijke momenten heeft veroorzaakt - Marlies Dekkers heeft een paar dagen geen verzendkosten geheven en All Saints bood mij, juist toen ik dacht dat het ergste achter de rug was, ineens 10% korting op een jurk die ik al eerder wilde hebben. En mijn grote held Elvis Costello bleek een nieuwe cd uit te hebben gebracht, die ik volgens mijn eigen regels niet mocht aanschaffen. Maar ik bleef standvastig, al heb ik de mensen in mijn directe omgeving wel flink lastig gevallen met hoe zwaar ik het had en doorlopend op Facebook zitten zeuren. Toen de 30 dagen voorbij waren, ben ik niet gelijk als een bezetene met de pinpas gaan wapperen, sterker nog, ik heb niets gekocht, behalve een paar theedoeken voor het thuisrestaurant. En dat hoefde ook niet: veel dingen die in eerste instantie als onmisbaar op me overkwamen verloren veel van hun aanschafurgentie toen ik even een weekje wachtte met afrekenen. De jurk van All Saints is dan ook op de hele lange baan geschoven, maar het meetlintjurkje ga ik wel aanschaffen, want al met al is dat het enige item dat zoveel indruk op me heeft gemaakt dat ik het na afloop van de magere dagen daadwerkelijk nog steeds wil bezitten. Gelukkig kan ik me nu nog dat soort uitgaven permitteren!

zondag 6 maart 2011

Een kijkje in de keuken

Toen ik het 101 dingen-lijstje samenstelde, leek het me wel een mooi plan om een dagje mee te draaien in de keuken van een restaurant. Ik had hierbij een aantal mogelijkheden in mijn hoofd: bij een Leidse chef die we al een paar jaar volgen (hij wisselt nogal eens van restaurant namelijk), of in het restaurant van het zusje van Michel in Friesland. Mijn deelname aan Masterchef leverde me echter een gouden kans op, want toen we in december met onze vrolijke vrienden J&P bij Beluga aten, bood Hans van Wolde mij, tijdens zijn 'de chef gaat even langs alle tafels om iedereen persoonlijk te spreken'-rondje, de gelegenheid om 3 dagen in zijn keuken stage te komen lopen - en als de keuken van een restaurant met 2 Michelin-sterren tot de mogelijkheden behoort, dan geniet die natuurlijk de voorkeur, leek me.
Om een periode van drie dagen in mijn agenda te kunnen passen moest ik wel gebruik maken van een schoolvakantie. De voorjaarsvakantie leek me hiervoor een mooie (ik ski toch niet), zodat ik me, conform afspraak, afgelopen dinsdag om 8.45 bij de leveranciersingang heb gemeld. Gedurende die drie dagen heb ik allerlei klusjes in de keuken gedaan, zoals 3 kratten tuinbonen doppen (en dat is dan dubbel doppen dus, eerst uit de peul, en daarna uit het velletje), 20 kilo amandelbloem zeven, de groentevulling in de sushi-amuse spuiten, gamba's pellen, kokkels en venus-schelpen die al uit de schelp waren nogmaals schoonmaken (ik wist niet dat daar nog eens de helft van weggegooid kan worden), ganzenleverpâté maken en grote hoeveelheden kreeft voor in de bisque klein snijden. Het was maar goed ook dat ik mezelf met Oud en Nieuw oesters heb leren openen, want die techniek kon ik mooi verfijnen bij het openen van ongeveer 3 doosjes oesters voor de oesterbar die stevig figureerde in het cardiologenfeest dat op donderdag bij Beluga werd gevierd. Wat ik fascinerend vond was hoeveel tijd en zorg er in kleine dingen ging zitten: als een van de amuses wordt een parel gevuld met appel- en mierikswortelgelei geserveerd, die je in een keer in je mond moet stoppen, maar de tijd die de gast aan dat ding besteedt staat niet in verhouding met de manuren die erin geïnvesteerd worden - voor de cardiologen moesten er natuurlijk rode parels komen, en voordat die naar tevredenheid gekleurd, gevormd en rondgemaakt waren, waren we al flink wat uren verder. De rode kroepoek die speciaal voor het feest ontwikkeld is, was kennelijk zo mooi dat niemand dacht dat het de bedoeling was dat ervan gegeten werd, maar dat schijnt er bij te horen - in de keuken werd het niet als een probleem gezien.
Al met al heb ik niet echt hele moeilijke klussen gedaan (dat had ik ook van tevoren niet verwacht), maar daardoor had ik wel de gelegenheid om eens uitgebreid om me heen te kijken en te zien hoe het nou in een echte keuken werkt. Ik heb ontzettend veel geleerd: een aantal handige technieken (zowel voor koken als voor het mooi opmaken van een bord), de waarde van een goede voorbereiding (ongeveer 90 procent van wat daar de hele dag in de keuken gebeurt is voorbereiding) en van regelmatig tussendoor schoonmaken (als iemand nu 'middenbank schoon!' tegen me roept, begin ik gelijk als een bezetene te schrobben), gedetailleerd werken, dat Hans van Wolde het meestal gewoon te druk heeft om te kunnen koken, dat mensen die de hele dag tussen de kreeft en de ganzenlever staan chili con carne van Honig erg lekker vinden, dat tandpasta het beste is wat je op brandwonden kunt smeren, hoe je macarons moet spuiten (dat is handig, want macarons maken is ook een van de 101 dingen) en dat ik de fancy Kenwood-mixer met verwarmde kom niet nodig heb (hetzelfde effect kan je namelijk prima bereiken met een KitchenAid en een snijbrander), maar een vacumeerder wel. De meest waardevolle les die ik heb geleerd is een les over mezelf - ik dacht altijd dat ik een gigantisch autoriteitsprobleem heb (of in elk geval vorm) en niet in een hiërarchische omgeving kan functioneren, maar dat is helemaal niet waar. Ik kan dat prima, als ik het nut van de hiërarchie maar inzie, en dat is in een keuken als deze ontzettend makkelijk: als niet iedereen op ieder moment weet naar wie hij moet luisteren, draait alles in no time in de soep. Ik stond zo'n beetje helemaal onderaan de ladder, en dat was volkomen terecht, dus ik had er geen enkel probleem mee om opdrachten uit te voeren en voelde nooit de behoefte om lastig te gaan staan doen.
De keuken van Beluga is een echte mannenomgeving (er werkt welgeteld een vrouw), maar ik kreeg gelukkig tamelijk snel het gevoel dat ik erbij hoorde. Ik denk dat het wel geholpen heeft dat ik een goed ontwikkelde innerlijke vuilbekkende bouwvakker heb, zodat ik binnen no time helemaal geïntegreerd was. Ik kreeg een aantal keer een miniportie van een gerecht om te proeven, en als iemand een minder mooi stukje, en dan bedoel ik bijvoorbeeld een stukje ganzenlever met een rond randje in plaats van een strakke rechte hoek, ergens af had gesneden, werd het mij vaak aangeboden. Ik was heel trots toen de jongens me vroegen of ik mee ging voetballen (heb ik niet gedaan, dat was niet zo'n succes geworden, denk ik), en het viel me ook op dat ik, gaande de stage, andere persoonlijke voornaamwoorden ging gebruiken: op dinsdag zei ik vooral 'jullie', op donderdag sprak ik al van 'wij'. Ik heb in mijn leven nog nooit zo hard gewerkt (drie dagen van veertien uur, en de mensen die daar echt werken waren er eerder dan ik en gingen later naar huis), maar ik heb het geen moment vervelend gevonden, sterker nog, ik vond het van begin tot eind fantastisch. Kennelijk heeft al dat harde werken wel zijn sporen nagelaten, want toen ik op de derde dag citroenen in volmaakte partjes aan het snijden was zei iemand tegen me: 'Dat ziet er goed uit - de citroenen dan, jij niet, jij ziet eruit of je drie dagen in de keuken van Beluga hebt gewerkt', maar het is een eer om dat soort sporen te dragen - weinig mensen krijgen tenslotte de kans om in de keuken van een van de beste restaurants van Nederland deel uit te maken van zo'n leuk team!

zaterdag 5 maart 2011

Oscars 2011

Deze week zijn de Oscars uitgereikt, en waar ik het meestal voor elkaar krijg om in het award season in alle categorieën op het verkeerde paard te wedden, zodat ik alle losers gezien heb en van de winnaars niets weet, heb ik dit jaar toch mooi twee van de drie films die kandidaat leken om de grote prijzen te pakken daadwerkelijk gezien: zowel Black Swan als The King's Speech had ik al ruim voordat er überhaupt een beeldje werd uitgekeerd op mijn lijstje van 26 films afgevinkt. Alleen True Grit moet ik nog, dacht ik, maar misschien hoeft dat ook niet meer, want deze film heeft dan weer in ieder opzicht achter het net gevist. Ik wil natuurlijk wel nog genieten van twee prijzenwinnende bijrollen en naar The Fighter gaan, maar dat ik die niet heb gezien is geen omissie mijnerzijds, maar het gevolg van het feit dat hij simpelweg nog niet draait in Nederland. Van de Oscar-uitreiking als zodanig heb ik weinig meegekregen, maar een van mijn lievelingsblogs heeft de hele week genomen om uitgebreid verslag uit te brengen van wat de dames allemaal op de rode loper droegen, dus inmiddels voelt het een beetje alsof ik erbij was om 'mijn' kandidaten aan te moedigen.
Black Swan vond ik echt een geweldige film. Mijn gebruikelijke bioscoopmaatje B zat, vreemd genoeg, niet zo te wachten op een psychotische balletfilm, maar gelukkig heb ik, door middel van een wanhopige oproep op Facebook, E, een vrolijke vriend, bereid gevonden me te vergezellen op de eerste dag dat hij in de bioscoop draaide. Nathalie Portman zette een prachtige rol neer als een ballerina die afglijdt van veelbelovend jong talent naar volkomen geflipt. Het was wel heel eng: ik heb een aantal scènes van achter mijn handen moeten bekijken, niet zozeer omdat ze het contact met de realiteit totaal verliest, gaat hallucineren en haar slechte kant langzaam de overhand laat krijgen - dat vind ik nog tot daar aan toe, maar als ze vervolgens langzaam velletjes bij haar nagels eraf gaat zitten trekken, met klassieke muziek op de achtergrond, wordt het echt pure horror. Gedurende de film heb ik een aantal keer gedacht dat het misschien een beetje een belachelijke film was, maar uiteindelijk moest ik toch concluderen dat ik het erg indrukwekkend heb gevonden. Bovendien heb ik nog een paar dagen aan weinig anders dan aan Black Swan gedacht, en dat overkomt me verder zelden bij bioscoopbezoek.
Omdat ik zo van Engelse films en, sinds zijn prachtige rol in A Single Man, van Colin Firth houd, ben ik, deze keer wel met B, naar The King's Speech gegaan. Hoewel het van begin tot eind duidelijk was dat de makers van de film kosten noch moeite gespaard hebben, heb ik het toch ervaren als een aangenaam kleine film: er was weinig bombast, het verhaal was prettig opgebouwd, en de personages waren allemaal in zekere zin erg sympathiek. De spraaktherapeut van de koning, een mooie rol van Geoffrey Rush, was raar, maar niet zo raar dat hij ongeloofwaardig werd. Ik was oprecht ontroerd door de manier waarop het koninklijk echtpaar het stotterprobleem van de koning als gezamenlijk probleem aanpakte, en iedereen leefde ook zo met de koning mee dat hij, een ruime 60 jaar na dato, bij zijn legendarische radiobroadcast kon rekenen op de steun van de volledige bioscoopzaal. Het was ook een verrassend grappige film: niet omdat ik graag lach om spraakgebreken (ik zou niet durven, althans, ik zou het niet durven toegeven), maar er werd een aantal mooie relativerende opmerkingen gemaakt.
De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik weinig films die wel genomineerd waren maar niet gewonnen hebben gezien heb, zodat ik eigenlijk niet in staat ben om een volledig gefundeerd oordeel te geven over de vraag of de Oscars voor respectievelijk beste mannelijke en vrouwelijke hoofdrol terecht zijn uitgekeerd. Ik zou sowieso niet heel graag in de jury van de Oscars willen zitten - hoe kun je totaal verschillende films met elkaar vergelijken en bepalen welke de beste is? Al met al geloof ik dat ik Black Swan iets indrukwekkender vond dan The King's Speech, alleen al vanwege de schitterende scène waarin La Portman zo overtuigend is als de zwarte zwaan van Tsjaikovski dat ze heel even echt vleugels lijkt te hebben, maar ik kan prima leven met de beslissing om The King's Speech tot de beste film van het jaar uit te roepen. Ik ben in elk geval erg blij dat ik ze allebei gezien heb.