zondag 27 februari 2011

Eten met vrienden

Laatst ging ik op een verloren maandagmorgen koffie drinken met P, misschien wel de vrolijkste van mijn vrolijke vrienden, die allerlei aardige dingen tegen mij zei over mijn blog en me met zijn agenda in de hand wees op goed voornemen nummer 10 (vaker koken voor vrienden). Nou zijn P en zijn eegus J nogal culinair angehaucht (ze zien meer sterrenrestaurants per jaar dan de meeste culinair recensenten), dus ik wist niet zo goed wat ik ze voor moest zetten - probeer maar eens iets te verzinnen voor mensen die de volgende dag bij Inter Scaldes gaan eten. Daarom leek het me handig om de etnische route te kiezen; een mooie gelegenheid om een vinkje op het 101 dingen-lijstje te zetten door een curry te bereiden zonder een potje te gebruiken.
Ik houd erg van Indiaas eten (zal wel komen doordat ik Engels met een koloniale inslag ben: wat mij betreft blijven zowel Gibraltar als de Elgin Marbles eeuwig van ons), niet alleen om in restaurants te consumeren, maar ik vind het ook ontzettend leuk om zelf te bereiden. Ik maak dan intensief gebruik van de producten van de firma Patak's, die een ruim assortiment aan currypasta's biedt, wat handig is, want dan hoef ik niet met allerlei losse spullen aan de slag. Voor het bereiden van een willekeurige curry volg ik standaard dezelfde procedure: ui in de pan, vlees erbij, een paar flinke scheppen uit een potje currypasta naar keuze, een blik gepelde tomaten erin, groente erbij (in elk geval wortel en doperwten, maar regelmatig ook courgette en bloemkool) en aan het eind een stevige scheut yoghurt of slagroom. Dit soort gerechten is overigens ook goed voor mijn lijn, want curry is nagenoeg koolhydraatvrij (en ik eet geen rijst), zodat ik er vaak lekker veel van maak en de restjes vaak de volgende morgen voor het ontbijt opeet - en nee, dat is niet vies, in India eten ze 's ochtends allemaal curry. Ik heb natuurlijk allerlei kookboeken met Indiase recepten zonder Patak's, maar ik dacht altijd dat voor het bereiden van een curry zonder potje het principe zou gelden dat (wat mij betreft) opgaat voor zelfgemaakte pasta, namelijk life's too short. Je bent uren aan het klooien met bloem, ei en een raar apparaat, en uiteindelijk heb je lasagne-bladen - ik denk altijd dat ik mijn tijd en talent beter voor iets anders in kan zetten.
Uiteindelijk heb ik voor het diner met J&P maar meteen hoog ingezet en drie curry's bereid: Lamb Maharadja, kip met groene pepers en een bloemkoolcurry. Verder heb ik nog rijst, zelfgebakken naan, spinazie met uien, gele linzen, relish van tomaten met koriander en yoghurt met walnoten geserveerd. Bij de borrel waren er pappadums met chutney en pickle (die waren dan weer wel uit een potje) en het dessert was mango-sorbet met passievrucht. De kip was, ondanks de groene pepers, niet zo heet, ik had de naan te lang in de oven gelaten, waardoor hij wat crispy was, maar al met al was ik wel tevreden over het diner. Een zelfgemaakte curry smaakt wel echt beter, en je proeft ook individuele kruiden en specerijen, in plaats van een uniforme wall of flavour. Dat smaakt naar meer, en hoewel ik nog meer recepten in de kookboeken die ik al bezit niet heb gemaakt dan wel, heb ik natuurlijk gelijk een paar kookboeken geselecteerd waarmee ik me verder kan verdiepen in het genre: als ik weer ga investeren in vakliteratuur zal ik overgaan tot de aanschaf van zowel het omvangrijke India Cookbook, het Indiase zusje van The Silver Spoon (kennelijk is er een markt voor enorme boeken met 1000 recepten erin: er blijkt ook al een Spaanse, Griekse en Franse pendant van te zijn) als I Love Curry en The Curry Bible - nooit gedacht dat ik ooit het bezit van wat voor bijbel dan ook zou nastreven. De firma Patak's zal het waarschijnlijk zonder mij moeten stellen, want eigenlijk was het niet eens zoveel extra moeite om alles zelf te maken, en ik heb nu een keukenkast vol specerijen en nog een heleboel goede voornemens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten