zondag 13 februari 2011

Linkse hobby's

Er waren tijden dat Michel en ik ongeveer eens in de drie weken naar het theater gingen. Er waren toneelgroepen waar we zo'n beetje alles van wilden zien, regisseurs wiens werk we echt actief volgden en als er ergens een nieuw stuk van Peer Wittenbols of een oud stuk van Harold Pinter ten tonele werd gebracht, waren wij er altijd bij. De volgende fase in de ontwikkeling van onze linkse hobby was dat we met groepen leerlingen voorstellingen bezochten in het kader van het prachtvak Klassieke Culturele Vorming. Hoewel dat altijd gezellig was en we er een paar memorabele avonden aan hebben overgehouden, verwerd theaterbezoek toch wel een beetje tot werk, en werk doe je eigenlijk liever niet in je eigen tijd, zodat er uiteindelijk in ons eens zo actieve culturele leven totaal de klad is gekomen. Toen ik met mijn 101 dingen-lijstje bezig was, vond ik het erg pijnlijk om te constateren dat het misschien een goed idee zou zijn om 'een toneelvoorstelling bezoeken' in de planning op te nemen, maar ik heb het wel gedaan, al was het alleen al om ervoor te zorgen dat we iets waar we in het verleden zoveel plezier aan hadden beleefd in elk geval nog een keer zouden doen.
Gisteren was het dan zover: mijn eerste theaterbezoek in tijden. Voor deze belangrijke gebeurtenis hadden we gekozen voor de Bacchanten in het Appeltheater. Nou is De Appel een toneelgroep waar ik eigenlijk nooit zo'n fan van ben geweest (al die Haagse cultuursnobs in hun eigen theater in Scheveningen), maar aan de Bacchanten van Euripides valt altijd ontzettend veel te beleven (de grote literaire thema's sex, extase, religie en door je moeder in stukken gescheurd worden) en ik had enthousiaste verhalen over deze voorstelling gehoord, dus het leek me een mooie gelegenheid om ons culturele leven weer op te starten. En dat was het ook: na een wat moeizaam begin heb ik met veel plezier gekeken naar het prachtoptreden van Joost Bolt als Pentheus, het koor dat bestond uit vrolijke Maenaden-poppetjes met gek haar en het bodeverhaal van Joop Keesmaat. Het optreden van Geert de Jong als Agaue, in veel recensies van de voorstelling als hoogtepunt van de voorstelling aangekondigd, deed mij niet zo veel, maar dat kwam misschien doordat ze op een gegeven moment zwaar getraumatiseerd trillend en snotterend in haar rolstoel zat (ze had haar voet gebroken, dus de rolstoel was geen regiekeuze) en ik de associaties met het toch wat teleurstellende Love and Other Drugs met de beste wil van de wereld niet kon onderdrukken. Het decor van de Bacchanten verdient een eervolle vermelding: achter de spiegels waarin het publiek zichzelf kon zien en die op een aantal momenten ineens doorzichtig bleken lag een spectaculaire schroothoop, die in delen werd uitgelicht, eerst als graf en aan het eind van het stuk, als Dionysus heeft gewonnen, als de locatie van een extreem luidruchtige helse drumsolo. Dat ik deze voorstelling echt als een succes heb ervaren, blijkt misschien nog het meest uit het feit dat ik vanochtend alvast een lijstje heb aangelegd van andere toneelstukken die ik wil gaan bezoeken. Ik weet niet of het er van komt, maar de behoefte is er in elk geval weer en dat is ook wat waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten